Français: Conversations Quand j'étais étudiante

Aidez-moi

Comment jouer : Chaque dialogue (conversation) a son propre thème.

On écoute chaque scène, avec une pause entre les scènes. Servez-vous du bouton Pause pour arrêter le dialogue, puis cliquez sur Play pour continuer.

On peut écouter le dialogue, mais aussi déplacer la souris sur l’image. Le nom de chaque objet apparaît et on clique dessus pour entendre le mot.

Ce qu’on apprend : Les enfants apprennent des modèles de phrases qu’ils peuvent employer dans la vie quotidienne. La plupart des phrases sont simples, elles peuvent être changées selon le contexte.

Comment tirer le meilleur parti de cette activité : Faites le dialogue en entier, du début à la fin. Répétez les mots que vous entendez, remarquez quelle personne parle.

Travail de groupe : Imprimez la page du site internet. Encouragez les enfants à jouer leur rôle, à mimer le dialogue.

Helpen

Hoe speel je: elke dialoog (conversatie) gaat over een ander onderwerp.

De dialoog zal scene per scene getoond worden, na elke scene volgt een pauze. Gebruik de pauzeknop om te stoppen en de playknop om verder te gaan.

Als aanvulling voor het luisteren, kan je met de muis over de afbeelding bewegen. De naam van het voorwerp zal verschijnen. Klik op het woord om het te horen.

Wat leer je: de leerlingen leren modelzinnen die ze in het dagelijkse leven kunnen gebruiken. De meeste zinnen zijn eenvoudige zinnen die je kunt aanpassen aan de context.

Haal zoveel mogelijk uit de activiteit: luister naar de dialoog, van het begin tot het einde. Herhaal de woorden die je hoort, geef aandacht aan de persoon die aan het praten is.

Groepsactiviteiten: print de pagina van de website uit. Laat de leerlingen de dialoog naspelen.

Words and Phrases

Note: Names used in the dialogs are different in each language.

		Français			Dutch
		Quand j'étais étudiante			Mijn studentenleven
		Une jeune femme compare sa vie actuelle à sa vie d'étudiante.			Een jonge vrouw vergelijkt haar huidig leven met haar studentenleven.
		Quand j'étais étudiante à l'université, ma vie était très différente.			Wanneer ik een hogeschoolstudent was was mijn leven heel anders.
		Jamais je n'étais réveillée avant 9h30 du matin.			Ik werd nooit vroeger dan 9:30 wakker.
		Je me levais à 10 heures, me lavais et m'habillais rapidement.			Ik stond op om 10:00, waste en kleedde me snel.
		J'enfilais un jean et une chemise ou un tee-shirt.			Ik deed een broek en een t-shirt of een trui aan.
		Je ne prenais presque jamais de petit déjeuner.			Ik ontbeet bijna nooit.
		je n'aimais pas la nourriture à la cafétéria,			Ik hield niet van het eten in de cafetaria,
		et qui plus est, je n'avais pas le temps.			en daarbij; ik had geen tijd.
		J'allais en cours sans manger,			Zonder gegeten te hebben ging ik naar de les,
		mais je mangeais ensuite avec mes amis à la cantine à midi.			maar 's middags at ik met mijn vrienden in een snackbar.
		Je passais l'après-midi avec mon petit ami.			De middagen bracht ik door met mijn vriend.
		Le soir je regardais un peu la télévision et étudiais.			's Nachts keek ik naar wat tv en studeerde ik.
		Je ne me couchais jamais avant minuit.			Vroeger dan middernacht ging ik nooit naar bed.
		Parfois il était une ou deux heures du matin.			Soms was het één of twee uur in de ochtend.
		J'avais donc des horaires beaucoup plus flexibles -			Hoewel mijn dagschema flexibeler was,
		mon temps n'était pas régi par la tyrannie de l'horloge			was ik niet beperkt door de tirannie van de klok
		comme maintenant - j'avais beaucoup de pression et de stress.			zoals er nu is, was er toen ook veel druk en stress.
		J'avais toujours quelque chose à faire :			Er was altijd veel te doen:
		soit mes devoirs, soit des cours magistraux, soit des tests.			veel taken, veel lectuur, veel testen.
		Parfois j'accumulais beaucoup de travail.			Soms had ik veel te veel werk.
		ordinateur			computer
		carnet			notitieboek
		table			tafel
		plantes			planten
		store			blinden