Français: Conversations Mon premier travail

Aidez-moi

Comment jouer : Chaque dialogue (conversation) a son propre thème.

On écoute chaque scène, avec une pause entre les scènes. Servez-vous du bouton Pause pour arrêter le dialogue, puis cliquez sur Play pour continuer.

On peut écouter le dialogue, mais aussi déplacer la souris sur l’image. Le nom de chaque objet apparaît et on clique dessus pour entendre le mot.

Ce qu’on apprend : Les enfants apprennent des modèles de phrases qu’ils peuvent employer dans la vie quotidienne. La plupart des phrases sont simples, elles peuvent être changées selon le contexte.

Comment tirer le meilleur parti de cette activité : Faites le dialogue en entier, du début à la fin. Répétez les mots que vous entendez, remarquez quelle personne parle.

Travail de groupe : Imprimez la page du site internet. Encouragez les enfants à jouer leur rôle, à mimer le dialogue.

Helpen

Hoe speel je: elke dialoog (conversatie) gaat over een ander onderwerp.

De dialoog zal scene per scene getoond worden, na elke scene volgt een pauze. Gebruik de pauzeknop om te stoppen en de playknop om verder te gaan.

Als aanvulling voor het luisteren, kan je met de muis over de afbeelding bewegen. De naam van het voorwerp zal verschijnen. Klik op het woord om het te horen.

Wat leer je: de leerlingen leren modelzinnen die ze in het dagelijkse leven kunnen gebruiken. De meeste zinnen zijn eenvoudige zinnen die je kunt aanpassen aan de context.

Haal zoveel mogelijk uit de activiteit: luister naar de dialoog, van het begin tot het einde. Herhaal de woorden die je hoort, geef aandacht aan de persoon die aan het praten is.

Groepsactiviteiten: print de pagina van de website uit. Laat de leerlingen de dialoog naspelen.

Words and Phrases

Note: Names used in the dialogs are different in each language.

		Français			Dutch
		Mon premier travail			Mijn eerste baan
		Une jeune femme décrit son premier emploi.			Een jonge vrouw beschrijft haar eerste baan.
		Je m'appelle Claire Rousseau.			Mijn naam is Lotte Mertens.
		Je suis programmatrice d'ordinateurs,...			Ik ben een computerprogrammeur, ...
		et je travaille pour une société d'informatique en centre-ville.			en ik werk voor een technologisch bedrijf in het stadscentrum.
		J'ai terminé mes études à l'université il y a trois mois,...			Ik ben 3 maand geleden afgestudeerd van de hogeschool, ...
		et c'est mon premier emploi.			en dit is mijn eerste baan.
		J'aime être indépendante et gagner ma vie,			Ik hou van zelfstandig zijn en mijn eigen geld verdienen,
		mais ma vie est beaucoup plus difficile...et monotone...qu'avant.			maar mijn leven is moeilijker...en monotoner...dan vroeger.
		Je me réveille tous les jours à 6h30.			Elke dag word ik wakker om 6:30 in de ochtend.
		Je me lève, me lave et m'habille.			Dan sta ik op, was me en kleed me.
		Je mets 20 minutes à me préparer et ensuite je prends mon petit déjeuner.			Ik maak een wandeling van 20 minuten en daarna ontbijt ik.
		Je quitte la maison à 7h45 et j'arrive au travail à 8h20.			Ik vertrek thuis om 7:45 en ik kom aan in het kantoor om 8:20.
		Je m'asseois devant mon ordinateur et travaille jusqu'à midi.			Ik zit achter mijn computer en werk tot de middag.
		Je sors déjeuner avec mes collègues.			Ik ga lunchen met mijn collega's.
		Je retourne au bureau et travaille jusqu'à cinq heures.			Ik keer direct terug en werk tot vijf uur.
		Je rentre chez moi à six heures moins le quart.			Ik kom thuis om kwart voor zes.
		Je prépare le dîner et mange.			Ik maak mijn avondmaal klaar en eet.
		Je lis un peu, discute avec mon petit ami au téléphone...			Ik lees een beetje, babbel aan de telefoon met mijn vriend...
		et regarde la télévision jusqu'à dix heures.			en kijk televisie tot tien uur.
		Je me couche à dix heures et m'endors aussitôt.			Om tien uur ga ik slapen en ik val onmiddellijk in slaap.
		ordinateur			computer
		carnet			notitieboek
		table			tafel
		plantes			planten
		store			blinden