Hello-World

English: Main concepts My Family

learnEnglish: Main concepts My Family

How to play: The grandmother introduces herself and all of the members of her family.

Click nextto hear the next sentence. Click the yellow buttons to hear the words.

After you have met the whole family, you can click on any two people to find out the relationship. The relationship is described in two ways. For example, "I am her grandmother" and "She is my granddaughter".

What is learned: The students learn words for members of the family: mother, father, brother, grandmother, aunt, uncle, cousin, etc. The family that is introduced here is found throughout the activities.

Getting the most out of the activity: The first time you do this activity, you might just learn a few words. Eventually, you should try each of the pairs of people to learn all of the relationships. Repeat the sentences that you hear. Try to say the word before you click the button. Print out the page with the family. This family appears in many of the activities, as you work through the lessons you will get to know them better.

Group activities: Print out the page from the web site, or find pictures of families in a magazine. Have the student write the words mother, father, daughter, son on the picture. Ask questions like, "What is your mother's name?. Do you have a brother? What is his name? etc. Have each student make a picture of his family and label each person.

Een grootmoeder stelt zichzelf en haar familieleden voor. Nadat de familie is voorgesteld, kan je op twee personen klikken om hun familieverband te leren.

Hoe spelen we: de grootmoeder stelt zichzelf en alle andere familieleden voor.

Klik op next om de volgende zin te horen.

Klik op de gele knoppen om naar de woorden te luisteren.

Nadat je kennis gemaakt hebt met de hele familie, kan je op twee personen klikken om hun familieverband te ontdekken. Het verband is uitgelegd op twee manieren. Bijvoorbeeld: ‘Ik ben haar grootmoeder.’ en ‘Zij is mijn kleindochter’.

Wat leer je: de leerlingen leren de woorden van familieleden: moeder, vader, broer, grootmoeder, tante, oom, nicht/neef, enz. De familie, waarmee je kennis gemaakt hebt, komt nog terug tijdens de activiteiten.

Haal zoveel mogelijk uit de activiteit: het kan zijn dat je maar enkele woorden leert bij de eerste keer. Om alle verbanden te leren, zou je eigenlijk elk paar mensen moeten inoefenen. Herhaal de zinnen die je hoort. Probeer eerst het woord te zeggen en dan pas op het knopje te klikken. Print het blad met de familie uit. Deze familie zal verschijnen in vele activiteiten, terwijl je de lessen neemt zal je de familie beter leren kennen.

Groepsactiviteiten: print de pagina van de website uit of zoek foto’s van families in folders. De leerlingen kunnen de woorden (moeder, vader, dochter, zoon) noteren op de afbeelding. Stel vragen zoals:‘Wat is de naam van je moeder? Heb je een broer? Wat is zijn naam? enz.’. Laat elke leerling een afbeelding maken van zijn/haar familie. Voorzie elk persoon met een etiket.

Note: Names used are different in each language.
    English    Dutch 
 My Family #N1's familie
 soundMy name is Rose. 
 soundJohn is my husband. 
 soundWe have a daughter, Jane. 
 soundMike is our son. 
 soundGeorge is Jane's husband. 
 soundMary is Mike's wife. 
 soundGeorge and Jane have a son, Paul. 
 soundThey have a daughter, Cindy. 
 soundMike and Mary have twins, Debbie and Diane. 
fathersoundfather vader
daughtersounddaughter dochter
sonsoundson zoon
parentssoundparents ouders
grandmothersoundgrandmother grootmoeder
grandfathersoundgrandfather grootvader
grandparentssoundgrandparents grootouders
familysoundfamily familie
mothersoundmother moeder
childrensoundchildren kinderen
twinssoundtwins tweelingen
babysoundbaby baby